George Legay, de dakloze man, kon in het huis van Abbé Pierre wonen. Dit huis had Abbé Pierre “Emmaus” gedoopt, een naam die staat voor nieuwe hoop. Abbé Pierre vroeg George hem te helpen met zijn project om ernstige armoede te bestrijden.
Al snel kwamen meer mensen in deze gemeenschap wonen. Om in hun onderhoud te kunnen voorzien, besloot men gebruikte spullen te verzamelen en deze te verkopen. Dit bleek goed te werken en zo kon de groep voldoen aan het uitgangspunt: “We zullen niet accepteren dat we in ons bestaan afhankelijk zijn van iets anders dan ons eigen werk”.
Intussen bleef Abbé Pierre aandacht vragen voor de armoede in de wereld. Op vele plaatsen bracht hij dit probleem onder de aandacht. Zijn oproep aan de Franse regering om 1 miljard francs beschikbaar te stellen voor het bouwen van noodwoningen leidde na aanvankelijke afwijzing tot een besluit om hiervoor het tienvoudige uit te trekken.
Het idee van een Emmaus woonwerkgemeenschap kreeg navolging in de rest van Frankrijk. Ook in Nederland kreeg Emmaus bekendheid. Nederlandse vrijwilligers trokken naar Parijs om daar mee te helpen en in 1956 werd de Stichting Emmausvrienden Nederland opgericht. In Nederland verzamelde en verkochte goederen steunden het werk in Parijs.
Het was Abbé Pierre zelf die aan de basis stond van de eerste Nederlandse Emmausvestiging. Hij had een toevallige ontmoeting met de barones Van Zuylen Van Nijevelt en zij was bereid een deel van het landgoed van Kasteel de Haar, in Haarzuilens, beschikbaar te stellen. De eerste Nederlandse Emmaus woonwerkgemeenschap kon van start in een voormalige varkensstal. Dit was in 1966.